Als een kaartenhuis

Foto van Ronald Heidanus

Ronald Heidanus

Als een kaartenhuis

Tijdens het openingsspel werd hij door de gymdocent een eerste keer aan de kant gezet!? Hij deed ogenschijnlijk iets verkeerd. Met een blik van onbegrip droop hij af. De eerste keer was het niet, trouwens. En dat wist hij. Even daarvoor, in de vroege ochtend, was hij eigenlijk al drie, vier keer op zijn plek gezet. In de klas was de ander er klaar mee, zo werd hem verteld. Een potlood werd uit zijn hand gegrist. De grote hand van de ander zette zijn hoofd in beweging naar daar waar gekeken diende te worden. Het haalde hem zichtbaar uit de relatie met die ander. Sterker, zelfs met zichzelf. Onderuitgezakt gaf hij op. Geen zin de zin van zijn welbevinden te delen.

Ook nu weet hij zich geen houding te geven. Klimt wat in het wandrek om de volgende reprimande in ontvangst te nemen en opnieuw plaats te nemen op de bank… Beweging is wat hij nodig heeft, zeker als hij zichzelf onrustig voelt. Begrepen worden is wat hij eigenlijk nodig heeft, juist wanneer hij beweegt omdat de juiste worden nog ontbreken. Zover is duidelijk. Onmacht tekent zich af op zijn gezicht.

De sportieve arm van de gymdocent verwelkomt hem na een aantal minuten weer in de groep. Iedereen beweegt zich naar het volgende onderdeel. Spel wordt les. Verwachtingen, verpakt in regels worden duidelijk medegedeeld. Zo duidelijk dat je eigenlijk wel mag aannemen dat hij het heeft gehoord. Eigenlijk. Want als hij als eerste een aanloop neemt en de trampoline hem lanceert, zie ik hem het touw vastpakken. Met een verschrikte blik slaan in gedachten zijn twee handen op zijn hoofd, voor zijn ogen. Duikt hij weg. Want de reactie die volgt is volgens het script. Hij voelt ‘m aankomen.

“We hadden afgesproken dat je het touw niet zou vastpakken, ga maar naar de kant!”

Nogmaals. Binnen tien minuten zie ik weer dat gevoel van onvermogen op zijn gelaat verschijnen. Apathisch geworden van al die afwijzing. Een lege blik. En als dan ook nog eens die jongen, die na hem naar de kant werd gestuurd, zich eerder bij de groep voegt is zijn ontgoocheling compleet!?

In de hoek van de zaal gaat hij met zijn rug naar de rest toe zitten. Een roerloos statement. Stil verzet. Het lijf straalt onrechtvaardigheid uit. Niet te missen. En toch. Deze actie roept geen reactie op, dus het klimrek wordt weer uit de kast gehaald. De ‘ga op de bank zitten’ en ‘als je gaat zitten mokken kan ik je niet terugroepen’ helpen mee tot het in stand houden van deze impasse…

De momenten van vandaag lijken toch echt als kaarten in een kaartenhuis. In slow-motion valt het kaartenhuis in elkaar. Murphy schreef er ooit een wet over. Dat. Want weer ging hij de fout in. Of althans, zo wordt beoordeeld. Veroordeeld. Moedeloos en met zijn schouders omlaag loopt hij richting mij. Ik knipoog. Vlak naast mij ploft hij machteloos neer. Wanneer ik een arm om hem heen sla, hem met een paar vragen emancipeer, lukt het hem om de kaarten nog één keer tot huis op te bouwen. Mij uit te leggen wat er als laatste mis ging. Het fundament is nog niet goed uitgehard, maar met zijn laatste beetje energie ontvouwt hij zijn verhaal.

‘…maar ik pakte het touw helemaal niet,’ eindigt hij zijn gedetailleerde situatieschets. Niets van wat hij vertelde trek ik in twijfel. Ik zie een twinkeling terugkomen in zijn ogen. Gevolgd door een aandringende traan. De vraag wat maakt dat hij dit niet gedeeld heeft wordt pijnlijk weerlegd: “Dat heeft toch geen zin,” verzucht hij. Het raakt me. Om hem. En omdat het altijd zin heeft! En omdat een kind nooit de onvoorwaardelijke bron van puurheid mag kwijtraken. Raakt het dit kwijt, dan heeft dat natuurlijk altijd zijn weerklank op de omgeving. Stigma’s zullen groeien.

We vervolgen ons gesprek over wat hij nodig heeft. Nodig heeft om sterk genoeg te zijn om dit te kunnen en blijven delen. Veiligheid. Woorden. Begrip. Ik begrijp zijn onmacht, wrijf over zijn rug en geef hem taal. Hij breekt en tranen rollen over zijn wangen. Door al zijn emoties voel ik dat de afwijzingen hem onzeker hebben gemaakt. Lamgeslagen. Onzeker om de voor hem juiste woorden te koppelen aan wat hij werkelijk voelt. En bang, bang voor de angst dat de boodschap niet wordt ontvangen.

En dat het niet wordt ontvangen wordt bewaarheid. Een feit. Want dezelfde hand van de ander, die hand die eerder zijn hoofd liet draaien vindt nu een plek op de grens van zijn schouderblad en oksel. In het meetrekken laat hij zich op de grond vallen. Niet zomaar. Woorden die hij wellicht beter het andere oor uit had kunnen laten gaan, zuigt hij op: “Niet zo treuren, er is niets aan de hand!”

Niets?
Het drama is compleet.
Voor hem.
Nu.

En daar waar geduld, ruimte en vertrouwen op dit moment belangrijke ingrediënten zijn om nabijheid te voelen, en bemoediging hem zou sterken, doet elk woord van de ander nu afbreuk aan herstel. Ik zie de jongen met zijn hoofd tussen zijn benen geklemd huilen. Intens verdriet. Ik laat hem.

Voor even.

Om hem vervolgens een uitweg te bieden, een ladder om uit zijn dal te kunnen klimmen. Wat hij kiest laat ik bij hem: Naast mij komt zitten óf meedoen. Beiden een lichtschakelaar in zijn kaartenhuis. En natuurlijk kiest hij voor het laatste. Ieder kind wil tenslotte leren en erbij horen. Hij bewijst tegelijkertijd hoe veerkrachtigheid kinderen zijn. Hoe sterk hij zelf eigenlijk al is. Hoe sterk hij is om zelf uit de cocon te kruipen. Hoe sterk zijn wil om te willen leren is. Leren leven! Willen leren begrijpen hoe hij zichzelf staande houdt. Staande houden om te kunnen bouwen. Het opbouwen van zijn kaartenhuis vol momenten.

Vandaag is er wel tien keer vernieuwbouwd.
Of noem het oefenen tot hij zijn eigen toekomst weet te construeren.
Als een kaartenhuis die zich niet omver laat blazen!

Laat een reactie achter

Dit zijn de laatste berichten

De Inclusieve School
Ronald Heidanus

De gemeenschapsschool

In de levendige gangen van basisschool De Barricade klopt een ander ritme. Deze school is niet louter een gebouw met klaslokalen, maar ademt als een

Lees meer »
De Inclusieve School
Ronald Heidanus

Imperfectie als drijfveer

De klas zoemde zachtjes. Een mengeling van krassende potloden, gefluisterde vragen, wat hoesten en het zachte getik van de klok. De meester glimlachte. Niet lang

Lees meer »
De Inclusiepedagoog
Ronald Heidanus

Ieder kind is een verhaal

Ieder kind is een verhaal! En toch. Zelfs na mijn opleiding had ik nog geen idee. Voor de lerarenopleiding ontmoette ik Renée, een meisje van

Lees meer »
De Inclusiepedagoog
Ronald Heidanus

Een klik met ieder kind

“Soms klikt het gewoon niet met iemand,” hoor ik de ouder zeggen. Met een: “Ik heb dat op mijn werk ook wel eens,” wordt enige

Lees meer »
De Inclusieve School
Ronald Heidanus

Gunnen uitvechten in de media

Het was me een weekje wel. De verkiezingen op hoogspanning, met een Trumpiaanse nasleep over de uitslag. En over de mogelijk eerste homoseksuele premier. Je

Lees meer »
De Inclusiepedagoog
Ronald Heidanus

Als een kaartenhuis

Tijdens het openingsspel werd hij door de gymdocent een eerste keer aan de kant gezet!? Hij deed ogenschijnlijk iets verkeerd. Met een blik van onbegrip

Lees meer »