Alle ruimte ervaren voor inclusief onderwijs

Foto van Ronald Heidanus

Ronald Heidanus

Alle ruimte ervaren voor inclusief onderwijs

De onderstaande tekst is ooit in opdracht opgetekend door Thomas Dal van Doorlotje(.nl), de foto hierboven is van Bram Delmee. Echter is deze tekst nooit eerder gepubliceerd. Van de week werd ik door een gesprek over ‘inclusiever onderwijs’ getriggerd en deel daarom deze tekst alsnog. Dit delen heeft als doel om als opmaat te dienen voor een serie over inclusief onderwijs en leiderschap. Ten tijde van mijn werk als ‘inclusiepedagoog’ heb ik deze twee thema’s dieper mogen leren verstaan. Sterker, ze zijn nauw met elkaar verbonden, zo niet verstrengeld. Ik durf zelfs de stelling te poneren dat ‘sterk leiderschap leidt tot inclusief onderwijs’, en dus dat er geen inclusief onderwijs kan zijn zonder sterk leiderschap.

Hij nam ontslag bij zijn vorige baan in het voortgezet speciaal onderwijs en trok met zijn gezin door Scandinavië, om daar het inclusieve onderwijs te onderzoeken. Wat Ronald Heidanus in het Noorden zag, ligt hem na aan het hart. En hij ziet het ook terug op de conceptschool waar hij als intern begeleider werkzaam is. Op die school en binnen de stichting voor regulier basisonderwijs voelt hij de ruimte om grenzen te verleggen, voor de ontwikkeling van kinderen en voor een diverse samenleving.

Onderwijs iets anders inrichten
Is een kind moeilijk of anders? Dan wordt het algauw doorverwezen naar het speciaal basis- of speciaal onderwijs, aldus Ronald, die er decennialang zelf in de groep stond. “Dat is de systematiek, het bestaat en dus maak je er gebruik van. Of anders gesteld, wat leert de school eigenlijk van een verwijzing?” Al tijden een doorn in zijn oog. “Ik zag in het (voortgezet) speciaal onderwijs kinderen met zoveel kwaliteiten, zoveel potentieel. Als je ze gewoon een stuk sterker maakt, cognitief en sociaal-emotioneel … Ik durf wel te stellen: als we het onderwijs iets anders inrichten, kan negentig procent van het speciaal basisonderwijs mee in het reguliere onderwijs.”

Ieder kind is een verhaal. Het moet gezien en verstaan worden, niemand buitengesloten: daar start voor Ronald inclusief onderwijs mee. Hij trok met zijn vrouw en drie kinderen in een camper langs twaalf Scandinavische scholen, die hij grondig onderzocht. “Wat de mensen daar doen in relatie tot kinderen – ook kinderen met een ander brein – is zo anders. Er wordt écht geluisterd, en voor wat betreft het leren wordt er vertraagd om te kunnen verdiepen. Tijdens de reis kregen we vaak terug: dit lijkt op het jenaplanonderwijs. Veel ruimte, gemeenschapsdenken. Leren leren, en ook leren leven met elkaar.”

Emanciperen als rode draad
Terwijl hij in Noorwegen zat, kwam de vacature voor intern begeleider online. “Deze organisatie was echt een bewuste keuze, vanwege het mensgerichte, de visie op het welbevinden en op de cognitieve ontwikkeling van kinderen. De school past ook bij me. Emanciperen – het potentieel ontluiken van kinderen – lijkt de rode draad in mijn leven te vormen. Eerst het toenmalige cluster-4, nu in een zogeheten focuswijk. En dan daar een situatie creëren waarin kinderen hun kwaliteiten kunnen laten zien, ligt mij na aan het hart.” En dat vraagt leraarleiderschap volgens Ronald, net als dat hij de analogie in schoolleiderschap ziet: De kwaliteiten van leraren zien, verstaan en hen ondersteunen zichzelf te emanciperen. 

Op papier is hij interne begeleider, zelf kadert hij zijn functie als kwaliteitsondersteuner en inclusiepedagoog. Ronald werkt aan een sterk schoolklimaat en aan korte lijntjes tussen kinderen, stamgroepleiders, ouders en extrenen. “Er zit veel kracht in het collectieve. Moeite met een van de kinderen? Dan staan we voor elkaar klaar of wordt er de tijd genomen om naar het verhaal te luisteren. We verwijzen al drieënhalf jaar geen kind meer naar het speciaal onderwijs. En wanneer we een kind aannemen, beschouwen we diens ondersteuningsbehoeften en stellen we onszelf de vraag: Kunnen wij als team de ontwikkeling van dit kind tot een succes maken?”

Geen afrekencultuur maar ontwikkelingscultuur
Op de school treft Ronald pioniers: de directeur, maar ook de bestuurder zet zich in om het tandem directeur-intern begeleider binnen de lokale politiek te steunen. Zij verleggen de grenzen in het onderwijs, en dat komt ten goede van de ontwikkeling van het kind. “Naast een peuter-kleutergroep en een verrijkte schooldag, wordt er nu gebouwd aan 
gemeenschapscollege. Om in regulier basisonderwijstaal te spreken: een groep negen en groep tien om de niveaukeuze voor het voortgezet onderwijs nog even uit te stellen. Zo krijgen kinderen de mogelijkheid om echt te laten zien waartoe ze in staat zijn én om van en met elkaar te leren: eenheid in diversiteit.”

De lijntjes binnen school zijn kort. “Er is een ontwikkelingscultuur, geen afrekencultuur. Iedereen kan en mag zich uitspreken, we inspireren elkaar en werken samen inhoudelijk aan onderwijsverbetering. Het verhaal van kinderen verstaan, hun kwaliteiten zien en elk kind een kans geven: daarmee begint het. Binnen school voel ik, mede door het leiderschap vanuit de directeur, dat van ons als tandem en het eigen leiderschap binnen het team, daarvoor alle ruimte.”

Wil je als school voor een inclusieve schoolontwikkeling kiezen is het essentieel om na te denken over ‘het waarom’ je als school hiervoor wil kiezen! En tegelijkertijd is existentieel om te beseffen dat met het kiezen voor een inclusieve schoolontwikkeling, kiezen is voor een (planmatig) proces. En weet, dat gaat niet over één nacht ijs. Met andere woorden, de inclusieve cultuur, inclusieve praktijk en inclusief beleid moeten op elkaar zijn afgestemd én moeten door iedereen (!) worden voorleefd. Maar ook: inclusief beleid wordt op- en in proces bijgesteld, de inclusieve cultuur wordt gecreëerd en moet worden gefaciliteerd en de inclusieve praktijk wordt steeds (door)ontwikkeld.

Inclusie behelst het gaan staan voor inclusie, het behelst in beweging te blijven, bij te sturen en de tijd te nemen om met elkaar dit proces aan te gaan, het behelst barrières, fouten en nare ervaringen om te buigen naar leer- en ontwikkelmomenten, en het behelst om als professional te participeren, elkaar te ondersteunen en om samen de diversiteit in het team en in school te waarborgen. Het is dus nogal een reis die je als school met elkaar gaat maken. Dat maakt dat het gehele proces een structuur of planning vraagt, van ‘waar staan we nu’ naar ‘waar willen we als school over vijf, twee en dus één jaar staan’. Het spreekt voor zich, dat wanneer inclusief onderwijs nog niet in het fundament van de school te vinden is, dat er een kader nodig is om de drie domeinen cultuur, praktijk en beleid zichtbaar, merkbaar en meetbaar te krijgen in school.

Op de school hierboven beschreven heb ik mogen leren hoe een goede, inhoudelijke opbouw van de drie domeinen leidt tot een op inclusie gedreven schoolontwikkeling. Samen met de directeur en afvaardiging van het team zijn we ooit gestart bij ‘de vraag van de school’: Er heerste een enorm sterk gevoel van onveiligheid binnen school. Driekwart van het team had ontslag genomen, en er was veel narigheid gebeurd waardoor herstel van de basisveiligheid, herstel van de sociale veiligheid en herstel van het zuiver communiceren onze eerste directe taak werd. Met andere woorden, herstel van de schoolcultuur en het creëren van een inclusieve cultuur was voor ons de eerste pijler om de school weer op orde te krijgen.

Na uitvoerig overleg, na verschillende school- en groepsbeschouwingen, na het leren kennen van alle professionals en na alle ervaringen in het moment binnen school, werd duidelijk dat ‘het bouwen van een gemeenschap’ en het met elkaar scherp krijgen van onze ‘inclusieve waarden’ onze eerste stappen moesten zijn. We kozen ervoor om met elkaar deze aspecten inhoud te geven door leidende principes op te stellen, principes in wat we iedereen binnen school zouden gunnen. Maar het opstellen van deze leidende principes maakt het ook mogelijk om jezelf als school de maat te nemen: doen we wat we zeggen, doen we de juiste dingen en doen we de dingen juist? 

Deze laatste, gelaagde vraag zet aan tot betekenisverlening (in taal, connotatie en praktisch handelen), tot reflectie, tot dialoog en tot het doorontwikkelen van het schoolconcept. Samenvattend leiden domeinen tot het structureren van je schoolplan en leiden de leidende principes tot het concretiseren en beschouwen van wat iedere professional doet en wat het kinderen oplevert. Hieronder zie je ter inspiratie onze concrete uitwerking van het eerste deel van het (door de jaren heen ontwikkelde) kader, het domein ‘Inclusieve Cultuur’.

Het domein Inclusieve Cultuur (IC)
IC1: Het bouwen van een gemeenschap

  • IC1.1 Iedereen binnen en rondom de school voelt zich en is welkom;
  • IC1.2 Het schoolteam voelt zich verbonden met elkaar en werkt samen;
  • IC1.3 Kinderen respecteren elkaar in wie ze zijn, en helpen elkaar in leren en leven;
  • IC1.4 Iedere volwassene en professional respecteert elkaar en handelt ten dienste van de ontwikkeling van het kind en de kinderen als groep;
  • IC1.5 Er is educatief partnerschap (ouderbetrokkenheid 3.0) tussen kinderen, ouders en onderwijsprofessionals, en de school verbindt de school aan thuis en andersom;
  • IC1.6 Binnen school heeft de oudergeleding (overblijfouders, ouderraad, medezeggenschapsraad) een vaste plek om de stem van alle ouders te vertolken;
  • IC1.7 De school draagt de waarden van een democratische rechtstaat uit zodat iedereen binnen school lid is van onze samenleving (lees: oog voor burgerschap);
  • IC1.8 Eenheid in diversiteit is binnen school een belangrijk uitgangspunt, waar de verbinding tussen mensen (vanuit verschillende culturen) wordt aangemoedigd;
  • IC1.9 Iedereen binnen school heeft oog voor verschillen én overeenkomsten tussen mensen en hun opvattingen, en iedereen handelt vanuit ‘Mensen Zien Groeien’;
  • IC1.10 De school en de lokale gemeenschappen zijn verbonden met elkaar en brengen elkaar tot ontwikkeling, ten gunste voor ontwikkeling van kinderen en de gemeenschap.

IC2: Onze inclusieve waarden

  • IC2.1 De school is ervan overtuigd dat inclusief (en holistisch) denken en doen bijdraagt aan verbinding, participatie en groei;
  • IC2.2 De school heeft een (pedagogische) opdracht geformuleerd: ‘Mensen Zien Groeien’, en heeft deze opdracht inhoudelijk met ambities uitgewerkt;
  • IC2.3 De school gaat uit van het welbevinden (en betrokkenheid) van ieder kind, iedere ouder en iedere professional;
  • IC2.4 De school gaat uit van de kwaliteiten van iedereen binnen school, ondersteunt waarin iemand wordt belemmerd en faciliteert van iemand nodig heeft;
  • IC2.5 Iedereen binnen school stelt en gaat uit van hoge verwachtingen, naar kinderen toe maar ook naar elkaar als volwassenen toe;
  • IC2.6 Kinderen en volwassenen worden gewaardeerd in plaats van beoordeeld, er is te allen tijde ruimte voor evaluatie rondom: wat gaat goed, wat kan beter en wat moet beter.
  • IC2.7 Binnen school wordt gewerkt vanuit het zogeheten ‘Omgangsmanifest’, waarin ambities staan beschreven rondom conflicthantering en grensoverschrijdend gedrag;
  • IC2.8 De school heeft respect voor het verhaal van ieder kind, ieder gezin en iedere professional en beschouwt of het de verantwoordelijkheid kan dragen en/of de ondersteuning kan bieden;
  • IC2.9 De school heeft respect voor de omgeving waarin de school staat en maakt gebruik van deze omgeving in verbinding, ondernemerschap en natuur;
  • IC2.10 De school dient de toekomst, die de kinderen zelf gaan vormgeven, wat soms binnen de organisatie van de school vraagt om ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ of ‘professionele autonomie’, te allen tijde uitgaande van de ontwikkeling van het kind.

Laat een reactie achter

Dit zijn de laatste berichten

Onderwijs
Ronald Heidanus

Dag van de leraar, een ode

LEES DIRECT HET ARTIKEL Wereldwijd is het vandaag de Dag van de Leraar!En voor iedere leraar die óók een pedagogisch oplaadpunt is (of wil -leren-

Lees meer »
De Inclusiepedagoog
Ronald Heidanus

De staan voor-week

Deze en de aankomende weken starten voor scholen in de verschillende weken het nieuwe schooljaar met een heuse ‘voorweek’. Dit is een voorbereidingsweek om jezelf

Lees meer »
Onderwijs
Ronald Heidanus

De aanleiding geeft rust

Wanneer ik de koffiekamer uitloop, hoor ik ergens in de verte iemand schreeuwen. Zelf werk ik nog niet zo lang op deze school, maar lijk

Lees meer »