Het zijn bijzondere tijden in het onderwijs. Er woekert een virus dat aanzet tot flippen. En dat flippen uit zich in verschillende vormen, zo blijkt. Gister schreef ik wat om mijn gedachten te ordenen en om mijn enthousiasme te delen over de mogelijkheden die flipping the classroom mij ooit bood. Over hoe deze digitale didactiek mij ooit hielp meer grip te krijgen op de kwaliteit van mijn handelen en tegelijkertijd op de onderwijskwaliteit in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Want vooral dit laatste was voor mij de reden om lessen anders vorm te gaan geven.
Zo heeft iedere professional te maken met een andere context. En zou ik nooit willen pretenderen dat flippen dé manier is. Sterker, veel op traditioneel gerichte onderwijsbetrokkenen zullen alleen al door mijn enthousiasme al gaan flippen. Maar weet dat iedere context anders is, dat iedere ontwikkeling tijd kost en dat iedere onderwijsprofessional zelf autonome keuzes wil maken om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren.
Mijn grootste drijfveer om te gaan flippen was het creëren van meer contacttijd met de jongeren. Onderwijstijd effectief gebruiken om individueel of in kleine groepen direct aan de slag te kunnen gaan met het inoefenen van opdrachten, of om iemand die de instructie nog niet begrepen had