Chocomeltijd en opbouwen van…een Eiffeltoren

Foto van Ronald Heidanus

Ronald Heidanus

Chocomeltijd en opbouwen van…een Eiffeltoren

Wanneer je zonder enig idee door de school heen loopt, valt hij niet direct op. Sterker, het wordt je moeilijk gemaakt op deze school, een school voor speciaal onderwijs waar sowieso kinderen met externaliserend gedrag eerder opvallen. Maar als je wat langer in de school rondloopt, dan valt je het patroon van deze introverte jongen wel op: Bijna iedere dag verlaat hij minimaal één keer het klaslokaal, soms heel geruisloos alsof hij naar het toilet gaat maar je ziet wel aan hem dat hij boos is. Of nou ja, boos, eerder met een blik van onmacht. Een gelaat waarop je ziet dat hij het even niet meer weet, niet geleerd is, niet geholpen wordt en dus een niet begrijpen. De introverte jongen, zoekend naar wat grip binnen het zichzelf kunnen begrijpen, waar zijn gezicht zich gefrustreerd lijkt te verbijten…

Chocomeltijd en hardop zwijgen
Regelmatig, als ik het binnen mijn onderwijspraktijk even niet meer wist, koos ik ervoor om even naar onze drankautomaat te lopen. Even een break om mijn eigen onmacht te beschouwen. Maar deze time-outs veranderde van intentie. Want zijn emotionele worstelingen raakte mij. Eerder had ik al met de groepsleraar gesproken, maar het viel haar niet zo op!? Dus greep ik zijn onmacht aan om dat moment naar de koffiekamer te lopen. “Ik haal even een beker chocomel,” riep ik naar mijn gouden ondersteuner binnen onze groep 8. Zij wist dan direct hoe laat het was, en zonder iets te hoeven zeggen nam zij de verantwoordelijkheid over de groep over.

Op de terugweg kwam ik hem dan altijd ’toevallig’ tegen. Tijdens de eerste paar keer ben ik bij hem gaag zitten en merkte ik al snel dat hij niets tegen mij zou gaan zeggen. Waarom zou hij ook? Er was nog niets dat op een relatie leek. En dan kom ik aan, met al die vragen waar hij zelf al niet het antwoord op weet. Ow, en wat als je boos en gefrustreerd bent en er ineens een leraar naast je zit. Ja, wat doe je dan? De chocomel, die lijkt hem overigens wel te smaken!

Een week later probeer ik de grens wat te verleggen en benoem ik feitelijk wat ik zie. Een jongen die ergens boos lijkt, of misschien ergens verdrietig over is. De vraag of dit klopt volgt er direct achteraan. Zijn knik als antwoord is de eerste poging tot verbinding en het aangaan van de kwetsbaarheid. Dat hij het nog spannend vindt blijkt als op mijn vervolgvraag nog geen antwoord komt. Nou ja, niets? Ik zie zijn schouders wat zakken. Zijn hardop zwijgen verwordt tot een fysiek communiceren.

Eng en Engels
Naar mate het jaar vordert, wordt binnen het team afgesproken dat na de herfstvakantie het vak Engels op niveau aangeboden zal gaan worden. Groep 7 is het niveau waar ik verantwoordelijk voor ga zijn. Hij zou dat vak bij mij gaan volgen… Maar de eerste lessen komt hij niet opdagen, tot frustratie en getrek van de groepsleraar. Opnieuw probeer ik uit te leggen dat de druk verhogen niet bijdraagt aan het voeden van een geloof in eigen kunnen. Dus geef ik aan te vertrouwen op dat hij bepaalt wanneer hij zich welkom gaat voelen. Want dat hij welkom is, moge duidelijk zijn. Ook wanneer ik los van Engels naast hem plaats nam of hem een chocomel in zijn handen drukte, gaf ik hem mee dat hij altijd welkom zou zijn in mijn groep. Dat het goed is dat hij er gewoon zou zijn, ook zonder iets te doen. Voelen dat het oké is, ook wanneer een drempel wordt overgestapt en welke drempel dan ook: letterlijk of die van de angst om een andere taal te leren.

Mijn hypothese is namelijk dat hij door een ogenschijnlijk laag zelfbeeld totaal blokkeert in iedere nieuwe situatie. En mogelijk zichzelf volledig vastdenkt. Dat zijn brein gedachten als ‘ik weet niet wat er verwacht wordt’ of ‘ik kan het toch niet’ hem blokkeert. Maar wat ook mogelijk is, is het gevoel van onveiligheid, juist omdat hij zich niet durft uit te spreken. Dat betekent eerst ‘het ervaren van veiligheid’ het doel dient te zijn. Opbrengsten volgen, daar is hij intelligent genoeg voor. Het wordt zoeken in het donker naar antwoorden op deze hypothese. 

Vertrouwen en een lange adem als de werkzame bestanddelen, trouwens. Want hij laat zijn tempo niet door anderen bepalen, en wij beschikken niet over zijn brein en handelen!

En ja hoor, de derde les komt hij na een half uur na de start aangelopen. Zijn hele lichaam communiceert zijn onzekerheid. Door hem niet meer aandacht dan een knipoog te geven en te wijzen naar waar hij kan gaan zitten, vervolg ik de les. Een plek waarvan iedereen wist dat ik die voor hem heb vrijgelaten, waardoor niemand er ook van opkijkt dat hij daar gaat zitten. En midden in de groep, heel bewust als een eerste toetssteen of de andere kinderen mogelijk een extra ‘prikkel’ voor hem zouden zijn. Dit is duidelijk niet het geval.

En langzaam, heel langzaam zie ik hem zichzelf veilig voelen in de groep. Tijdens één van de volgende lessen heb ik een instapboekje Engels voor hem neergelegd. Geen instructie of druk verder. Geen opdracht en zelfs geen uitleg. Na wat rondkijken en met mij contact proberen te zoeken, mogelijk om zijn eigen zekerheid kenbaar te maken, begint hij erin te werken. Zijn werktempo neemt met de les toe en hij merkt dat het niveau te makkelijk voor hem is. Zonder het expliciet te benoemen ervaart hij een ‘ik kan iets!’ Prachtig.

Contact en bekend
Ook de gesprekken op de gang – buiten de lessen Engels om – nemen een andere vorm aan: Hij gaat beetje bij beetje meer openstaan voor het contact en de vragen. In zijn eigen woorden geeft hij aan dat zijn ‘blokkeren’ te maken heeft met zijn onzekerheid, en het ervaren van onveiligheid in de groep. Het lukt hem niet om zichzelf te zijn, mede door de snelheid van de (groeps)verwachtingen. Daarom durft hij geen vragen te stellen, te onzeker. Onbegrepen, maar ja, hoe kun je begrepen worden als je jezelf moeilijk laat begrijpen? De onzekerheid lijkt tevens gevoed te worden door wat hij ‘een taalprobleem’ noemt. Niet direct op de juiste woorden kunnen komen. Maar is dit een probleem? En voor wie? Misschien is het slechts tijdsprobleem bedenk ik mij tijdens ons chocomelmoment…

Jaren later start ik op een andere school binnen de stichting, en krijg ik als mentor binnen het voortgezet speciaal onderwijs tijdens de start van het nieuwe jaar de lijst met namen van de jongeren. Zijn naam valt direct op, samen met een dubbel gevoel. Enerzijds voel ik een angst, want ik ben onderdeel geweest van het systeem op zijn school voor speciaal onderwijs. Een systeem waarin hij niet altijd positieve ervaringen heeft opgedaan, en waarbij de cholomelmomenten een druppel op een gloeiende plaat kunnen zijn geweest. Anderzijds ben ik altijd in hem blijven geloven, in zijn willen leren en in zijn bij de groep willen horen! Nieuwsgierigheid wat dit schooljaar ons gaat brengen overheerst.

Het antwoord laat zich raden. Hij start geweldig en doet het erg goed, zowel voor wat betreft leren als zijn rol in de groep. Hij is gemotiveerd en wil duidelijk laten zien dat hij het wél kan. Sterker, waar hij een jaar eerder over de 100 keer in de time-out zat, kiest hij dit schooljaar slechts vijf keer op eigen verzoek voor de time-out. De andere vijf keer mag ik hem helpen om de keus te maken. Maar deze laatste vijf keer hadden overigens een duidelijke reden.

Het is namelijk een moeilijk en zwaar jaar voor hem geworden, zonder dat we dat aan het begin van het schooljaar wisten. Of althans, misschien dat hij thuis al genoeg had meegekregen: Zijn ouders zijn gedurende het schooljaar uit elkaar gegaan!?

En ondanks wat je als kind of jongere achter de schermen meekrijgt, scheiden is altijd een traumatische ervaring. En het verloop ervan samen met het begrijpen van zijn eigen gevoelens zorgde bij hem voor een moeilijk verwerkingsproces. Opnieuw volgen vele gesprekken, soms weer met chocomel. En in zijn geval hebben de open en eerlijke communicatie met zijn ouders en oog voor zijn verdriet ervoor gezorgd dat hij het scheiden steeds meer een plek kon geven. En, er is altijd ruimte geweest om ergens op terug te komen waardoor mogelijk de tegenslagen hem ergens motiveerde om er juist voor te gaan.

Leermeesterschap
Op een dag komt hij naar me toe met de vraag of hij zijn spreekbeurt buiten de school mag houden. Graag! Leren gebeurt ook, of misschien wel juist buiten de schoolmuren. Hij nam verrast door de mogelijkheid onverwachts initiatief: “Ik wil de klas graag de werkplaats van mijn vader laten zien! U weet wel, waar ik mijn eerste werkstuk over heb gemaakt.” En of ik dat nog weet. Aan zijn eerste werkstuk heeft hij vol overgave gewerkt. Voor mij als leraar was het fantastisch om hem met zijn vragen te helpen. Door te vragen soms. Gefocust en alles tot in de puntjes willen uitwerken werd in dit leerproces zijn doorzettingsvermogen en potentieel zicht- en merkbaar. Als hij ergens iets in ziet en het is duidelijk hoe hij het gaat aanpakken, is hij los.

“Maar meneer, we hebben vervoer nodig!?” Ik kan niets anders dan hem bevestigen en stel hem direct de wedervraag: Hoe dacht hij dit te gaan regelen? Met grote ogen kijkt hij mij aan. Hij heeft in eerste instantie geen idee, en druipt wat gedesillusioneerd af. Na even nadenken roept iemand anders door de groep: “Ouders mailen!” Met een lach, waaronder zich ook wel een mate van onzekerheid schuilging, draait hij zich om. Een goed idee vindt hij, pakt een laptop en begint naarstig te typen. Een dag later ontvang ik een nette mail zonder spelfouten, met het verzoek om dit naar ouders te mailen. Vol trots stuurde ik de mail door naar alle ouders. En zoals zo vaak in mijn onderwijscontext krijg ik op twee ouders na die aangeven niet te kunnen rijden, geen enkele reactie. Hoe ga ik dit hem nu weer vertellen? Gewoon zoals het is, besluit ik.

De teleurstelling is op zijn gezicht af te lezen, maar die maakt direct weer plaats voor de wil om dit alsnog te laten slagen. “Mag ik dan andere leraren vragen?” Op het proactief zoeken naar oplossingen kan ik nooit ‘nee’ zeggen en geregeld krijgt hij het. Goud!

Die dag, op de technische afdeling van een koekjesfabriek, is er één om nooit meer te vergeten. Sowieso omdat ook beide ouders meerijden. Ergens voelt het alsof dat hij ook hen nog wil verbinden. En nooit te vergeten om hem. Hij, die binnenvetter van ooit en hij die moeilijk taal wist te vinden waardoor zijn omgeving hem vaak niet begreep. Hij, beplakt met verschillende diagnoses, gaf nu met een zekere houding een rondleiding langs alle machines. Hij is onze leermeester en wij zijn leerlingen! Iedereen is stil en onder de indruk tijdens zijn uitleg. Iedereen rustig afwachtend tot de vraag gesteld kan worden. Hij lijkt helemaal in zijn element. Ook zijn ouders kijken elkaar soms even trots aan.

Zijn ‘spreekbeurt’ is naast zijn element inhoudelijk ook nog eens formidabel opgebouwd. Van het uitleggen van en voordoen bij de verschillende machines, naar het uiteindelijk zelf leren lassen!? En hij zal er zich niet bewust van zijn geweest, maar hij raakt een fantastische metafoor. Want wat is nodig om goed te kunnen lassen? Wat is er nodig om je te verbinden aan in jouw ogen las-tige kinderen of jongeren? Het antwoord en bevestiging vind ik in de las die ik mocht maken: rust, vasthoudendheid, oefenen, verbinden als intentie en soms eerst even zelf afkoelen waardoor de schil om de las eraf gehaald kan worden. Dankbaarheid naar hem voor dit inzicht!

De afbouw en het bouwen
Het moge duidelijk zijn dat hij de sector ‘techniek’ gekozen heeft. Voor hem zijn alle Praktische Sector Oriëntatielessen, tegenwoordig Loopbaanoriëntatie, -ontwikkeling en -begeleiding, totaal overbodig. Hij is losgekomen, is gaan geloven in zijn eigen kunnen, maakt misschien naast een overlijden van een dierbare het meest verschrikkelijke mee, en heeft toch zichzelf verbaasd.

Het laatste grote werk van het schooljaar waar hij aan werkt, is het solderen van de Eiffeltoren met ijzerdraad. Midden in de periode van scheiding en vol enthousiasme begint hij in de les, maar ook thuis, ijzerdraad te verbinden. Dit als het aan elkaar leggen van fysiek materiaal en als analogie voor het leggen van lijnen en verbindingen in zijn brein, om gevoelens te verwerken en eigen begrijpen opnieuw uit te lijnen. Het leek soms een soort van zelfherstel, waarbij wij als omgeving hem volgen. Het lijkt hem rust te brengen. Het project is aan het einde van het jaar nog niet af. Maar ja, ook de echte Eiffeltoren is niet in één jaar gebouwd. We drukken hem op het hart zijn tijd te nemen, geduldig te blijven en te blijven doorzetten: dat wat hij al jaren met verve doet.

Zijn reguliere werk heeft hij tijdens de beginfase van de scheiding afgebouwd. Met één belangrijke richtlijn in de groep: ‘Je geeft het goede voorbeeld’, zag ik dat hij zijn boeken altijd open had liggen. Tegelijkertijd zag ik hem tekenen, schetsen maken, ontwerpen en verdrinken in zijn einddoel, de Eiffeltoren. Op een bepaald moment zegt hij wat gefrustreerd tegen mij: “Ik doe al een maand niets aan mijn werk, ziet u dat dan niet?”

Een grote lach op mijn gezicht doet hem verwarren en tegelijkertijd zijn frustratie doen zakken. Onder het genot van een beker warme chocomel leg ik hem uit dat ik ‘het niets doen’ natuurlijk allang gezien heb. Niet vanuit een intentie om hem te overtuigen, maar om hem uit te leggen dat ik een aantal jaren terug een verbintenis met hem ben aangegaan, en wel één van vertrouwen! Ik vertel hem dat zijn ‘niets doen’ niet een ‘niets doen’ is!? En dat ik wel degelijk zie en merk dat hij bij instructies aangehaakt is bij de les en bij de groep. En dus dat hij met ‘niets doen’ erna ook in beweging is. En dat ik niet beschik over hem, maar dat het zíjn zoektocht is. Dat het zijn proces is om verantwoordelijkheid te pakken. En dat doet hij, want zijn verwerkings- en leerproces heb ik wel degelijk gevolgd, met vertrouwen in wie hij is en wat hij kan!

En dat bevestigt hij aan het einde van het schooljaar als blijkt dat hem de lesstof prima afgaat. Maar belangrijker, hij is gegroeid als mens! Met een stevige handdruk en een arm over zijn schouder en om zijn nek wens ik hem veel succes en vooral plezier de volgende jaren. Voor mij is het nu echt loslaten, een even fijn als moeilijk moment. Afbouwen om door te kunnen bouwen. En zijn Eiffeltoren maakt hij af, let maar op.

Laat een reactie achter

Dit zijn de laatste berichten

De Inclusiepedagoog
Ronald Heidanus

De staan voor-week

Deze en de aankomende weken starten voor scholen in de verschillende weken het nieuwe schooljaar met een heuse ‘voorweek’. Dit is een voorbereidingsweek om jezelf

Lees meer »
Onderwijs
Ronald Heidanus

De aanleiding geeft rust

Wanneer ik de koffiekamer uitloop, hoor ik ergens in de verte iemand schreeuwen. Zelf werk ik nog niet zo lang op deze school, maar lijk

Lees meer »
Onderwijs
Ronald Heidanus

Onder Druk(t)

Onderwijs is paradoxaal, in alle facetten. Ogenschijnlijke tegenstellingen worden dagelijks naar ons hoofd geslingerd. In de snelheid der dingen is er vaak niet eens de

Lees meer »