Met een wat onsamenhangend verhaal vliegt Sabine, onze gedragswetenschapper, vlak voor het einde van de lesdag mijn lokaal binnen. Of ik haar wil helpen Michael op school te houden. Hij mag nog niet naar huis, zo begrijp ik. Eerst een gesprek! Dat er wat was voorgevallen kan ik nog net uit haar woorden opmaken.
Twee minuten later gaat de bel, wens mijn leerlingen een fijne dag en loop naar Michael. Wanneer ik de hoek om loop richting de achtervang – ook wel Time-Out genoemd- zie ik Michael mij met een vaart passeren. Rustig volg ik Michael naar zijn klas. Met een zwiep gooit hij de deur open, loopt naar zijn tafel en gooit zijn spullen in zijn tas. Mijn collega – die de dag nog aan het afsluiten is – kijkt wat verwonderd en verstijft naar wat Michael doet.
In de deuropening blijf ik staan en vraag neutraal: ‘Hey Michael, ik zie dat je gehaast bent. Wat is er aan de hand?’
‘Niks! Ik ga naar huis,’ moppert hij en stampvoetend loopt hij op mij af.
Ik zet een stap naar achter. Michael heeft en neemt duidelijk de regie. Ik volg. In de ruimte die ik hem geef stem ik mijn volgende stap af op basis van zijn energie. Vertrouwen in de positieve keus die hij zal maken leg ik een hand op zijn rechter onderarm. Licht contact om in verbinding te blijven.
‘Michael, ik zie dat boos bent. Het lijkt me nu niet slim om zo de taxi in te stappen. Wellicht maak je een keus waar je later niet prettig bij voelt. Ga eens even rustig zitten!?’
Het samenkomen van onze energieën, regie en ruimte, brengt de omkering: De stoel van de werkplek net buiten het klaslokaal schuif ik naar achteren en begeleid Michael totdat hij zit. Hij ploft neer. Ik doe de deur van het lokaal dicht en ook ik ga op een stoel zitten, dichtbij en een beetje van hem afgewend. Ik leg de leiding weer bij hem. En in de dialoog die volgt legt Michael uit dat hij dient na te blijven voor wat er eerder die dag is gebeurd. Het wordt mij duidelijk dat er voor hem juist heel veel onduidelijkheid is…
Langzaam breng ik Sabine in het verhaal. Zij had mij tenslotte om hulp gevraagd en ben toch wel benieuwd naar haar rol. Maar ook of ik de twee weer nader tot elkaar kan brengen.
‘Ik luister niet naar haar!’
Heldere taal. Nieuwsgierig vraag ik door naar wat dit niet luisteren maakt.
‘Zij praatte streng tegen mij en ik luister niet naar mensen die streng praten!’
Duidelijk!
‘Ohw!? Is dat alles’, vraag ik Michael, die mij verbaasd aankijkt. ‘Weet juf Sabine ook dat je daarom niet luistert?’
‘Nee!’ volgt na een wat vertwijfelende blik. Die twijfel grijp ik aan om de leiding weer over te nemen en stel voor dat Michael zijn uitleg met Sabine gaat delen. ‘Want als juf Sabine dit niet weet, hoe kan zij dan begrijpen dat jij zo dwars en boos reageert?’
Met een instemmende knik staat Michael op. Iets in zijn lichaamshouding stemt mij niet tevreden. Het is de aarzeling. Ik stel voor om met hem mee te gaan en samen lopen we naar de achtervang waar Sabine wacht. Kort leid ik het gesprek in en wend mij tot Michael met de uitnodiging om haar dat wat hij niet fijn vindt te delen.
Stilte vult de ruimte…
Als een standbeeld staart Michael mij aan. Zijn onzekerheid zet hem op slot. Zijn ogen verraden zijn kwetsbaarheid. Verrast verwonder ik me over zijn vastberadenheid in onze dialoog in vergelijking met zijn voorkomen nu. En tegelijkertijd besef ik dat ik hem misschien wel gruwelijk overvraag. Of is het misschien de druk van het samenzijn met twee volwassen? Schuldgevoel misschien? Schaamte? Een black-out? …?
‘Wil je dat ik je help?’
Nog steeds geen reactie. De eenzelfde blik blijft.
‘Dat ik het vertel.’
Een knipper met zijn ogen volgt. Het non-verbale signaal vindt bevestiging!
‘Weet je ook waarom ik streng tegen je was?’ Schuchter laat hij het initiatief bij Sabine. Michael knikt vanuit een niet weten. Hij beantwoordt in korte zinnen de vragen die Sabine hem voorlegt. Met de afspraken stemt hij in. Herstel lijkt te zijn ingezet.
Zo groot als dat hij in zijn voorkomen eerder was, zo klein is hij in relatie en communicatie nu. En toch blijft het groots van Michael dat hij zo duidelijk heeft kunnen verwoorden wat hem dwars zat! En wat te denken van het zichzelf kwetsbaar durven opstellen, in een kleine ruimte met twee volwassenen? Hij had ook de keus kunnen maken om agressief weg te lopen. Dit gebeurde eerder en vaker. Michael koos voor de moeilijkste weg! Spelen met regie en autonome verantwoordelijkheid, deze tijdelijk uit handen geven, vertrouwen op de ander en oefenen; ervaren en voelen van zijn eigen proces.
Michael geeft mij ook genoeg om over na te denken! Om te beginnen veel vragen. Heeft hij niet te snel de overstap gemaakt naar het voortgezet speciaal onderwijs? Zou een extra jaar SO hem gesterkt hebben in zijn sociaal en emotionele ontwikkeling? Wanneer is zeker dat een leerling ‘klaar’ is voor de volgende stap? Schoolrijp voor de volgende stap. Wat is nodig om een goede inschatting te maken van de overgang? Kunnen SO en VSO-scholen niet beter ‘blenden’? Samen één school met als doel leerlingen in hun kracht te zetten en hen bevoorraden om moeilijkheden te overwinnen…
Met wat het nu is: Wat heeft Michael nodig om zich veilig te voelen? Hoe kunnen wij als school zijn onderwijsomgeving veilig genoeg maken? Hoe leren we kinderen zichzelf uitspreken? Grenzen aangeven? Wat is daar voor nodig? En wat heeft hij überhaupt nodig in en voor zijn ontwikkeling?
Maar Michael bevestigt voor mij ook weer eens dat er zonder een goede relatie geen ontwikkeling kan zijn! Het is een samenspel van leiden & volgen, autonome verantwoordelijkheid én het geven en nemen van vertrouwen. Het in verbinding zijn. Maar het is ook (door-/voor)zien van de details, luisteren tussen de regels door, ruimte bieden om een leerling zelf regie te laten nemen, te laten exploreren en samen het tempo dat nodig is af te stemmen. Dit alles is wat dit vak zo mooi maakt!
‘Kom, we gaan naar huis!’ Ik geef Michael een schouderklop en laat hem voelen dat ik trots op hem ben. Samen lopen we naar de taxi. Woorden zijn niet nodig. Het is goed, afgehecht! En daarbij, luisteren naar wat niet gezegd wordt kan ook worden verstaan.
Deel 1: Een glimlach in plaats van een correctie
Deel 2: Ik luister niet